FIAVI IN HEMELSE WATEREN - Reisverslag uit Accra, Ghana van Nina & Liz aka GHOOKJA - WaarBenJij.nu FIAVI IN HEMELSE WATEREN - Reisverslag uit Accra, Ghana van Nina & Liz aka GHOOKJA - WaarBenJij.nu

FIAVI IN HEMELSE WATEREN

Door: Webmaster

Blijf op de hoogte en volg Nina & Liz

20 Maart 2008 | Ghana, Accra


We hebben genoten van de leuke reacties op onze eerste tekst (een week na dato, nu twee weken geleden, in een internet café te Keta), we keken naar elkaar en wisten dat het goed zat. We hebben ons de African way of life eigen gemaakt. We gaan er van uit dat alles wel in orde komt. Als het vandaag niet lukt, dan morgen wel. Dit in combinatie met onze westerse volkskunde die zegt dat “geen nieuws goed nieuws ” is, zagen we geen graten in onze afwezigheid op het internet. Nu het even stil is in onze eigen kamer, hebben we ruimte om de stilte aan de andere kant van de oceaan op te vullen.

KLASUITSTAP 1: MOUNTAIN AFADJATO – TAGBO WATERFALLS

Met de A klas beklimmen we de hoogste berg (885 meter hoog) van Ghana en bezoeken we aaneensluitend de Tagbo watervallen. We vonden er verfrissing in helder water, recht uit de bergen. Met de leerlingen van de B klas wandelen we naar het zwemparadijs aan de hoogste waterval van Ghana. De WLI watervallen zijn ongeveer 400 meter hoog. Om de organisatie waarmee we hier zijn meer betekenis te geven voor de kinderen nemen we ze vervolgens mee naar een struisvogelboerderij. We hebben ervoor gekozen twee verschillende dingen te doen met onze leerlingen. Op die manier hopen we dat ze elkaar overtuigen van de pracht van hun eigen land. We twijfelden er even aan of deze opsplitsing een goede keuze was, omdat we beide groepen een gelijkwaardige uitstap wilden geven. We gunnen iedereen evenveel. Achteraf zijn we heel blij met onze beslissing. Geen van ons beiden zou de berg een tweede keer op rij met een lachend gezicht opgeklommen zijn!

De hoogste berg van Ghana is zo’n 885 meter hoog wat relatief laag is, maar bergbeklimmen in Ghana heeft wel een heel éénduidige betekenis. Waar je op verschillende plaatsen in de wereld een berg kan bewandelen, door kronkelige weggetjes naar boven te volgen – die de hoogte relativeren door de inlassing van vals plat hier en daar (wat het klimmen aangenaam maakt) – hebben de Ghanezen het bergbeklimmen heel letterlijk genomen. De weg naar boven bestaat uit 1 pad, recht naar boven…het enige pad dat je kan volgen om de top te bereiken. En dat pad begint … onderaan de berg! Dus je stijgt bij elke voet die je zet en er is geen vals plat om uit te rusten. Een berg beklimmen in Ghana betekent: zweten, klimmen, mieren en vliegen van je wegslaan, denken dat je niet meer kan en dichte schoenen aandoen. Want met sletskes haal je het amper. Waar je benen nog wel kunnen en je nog net genoeg vocht in je lichaam hebt, zeggen je sletsen NEEN! Te stijl, te schuiverig en dus laat je ze achter. De klim was ongelooflijk vermoeiend, maar ook een enorme uitdaging. We wilden met de hele groep de top bereiken. Met enkele rust- en waterpauzes en met de nodige oh my god’s, ‘please lord’ en ‘oh sweet lord’ op de achtergrond hebben ze allemaal de top gehaald, en is onze uitdaging geslaagd. Dit bracht ons opnieuw dichter bij de kinderen zelf. We mochten opnieuw iets dieper kijken in hun uiteenlopende karaktertjes. En de top bereiken is in al de gevallen leuk. Dus ook met onze kinderen, ook in Ghana. Het uitzicht is zalig, adembenemend mooi! Bergen zo ver je kan zien, lachende en gelukkige gezichten in de nabije omgeving. Naast verhalen zoeken, zijn we ook daarvoor gekomen. Voor hun. Om hen te doen dromen, wilskracht te geven en hun zelfrespect te verhogen. Drie vliegen in één klap. Wilskracht om die berg op te raken. Zelfrespect voor allen, want iedereen stond op de top. En dromen. Ze leven in hun dorp en velen zullen nooit meer zien dan hun eigen dorp. Als je ze mee kan nemen op een berg, een uurtje rijden van hun eigen dorp, en je neemt ze mee, daar waar ze kunnen zien zo ver hun ogen reiken, dan hopen we dat enkelen onder hen zoete dromen zullen hebben en er in geloven dat ze in hun leven best nog wel andere bergen kunnen beklimmen.

Na de helse bekilmming en een niet te onderschatte afdaling die gepaard gaat met gegiechel, geschuif, uitgeglij en gezang, brengt een pad door een tropisch woud ons bij watervallen. De Tagbo watervallen. Tussen het groen, met de zon hoog aan de hemel, zwemmen we samen in de verkoeling van naar beneden kletterend en zalig fris water. Niet voorzien van zwemgerief doen we dat allemaal in ons ondergoed, sommige van de leerlingen gewoon in hun schooluniform. Iedereen wil in het water, ook zij die niet kunnen zwemmen. Het is warm, we hebben een zware inspanning geleverd en moeten afgekoeld worden. Iedereen wil de douche van het verrukkelijke bronwater voelen, de regenbogen zien. Dus we nemen de kinderen die niet durven op onze rug, en zwemmen met hen het diepe stuk van de waterval over. Zo lijkt het voor de kinderen althans. Zij kunnen niet staan, maar wij zelf moeten bijna niet eens zwemmen, want op de meeste plekken kunnen we staan. Alsnog vinden de leerlingen het enorm spannend, en zelf spelen we het spel mee. En moest het zijn dat we hadden moeten zwemmen, echt ver hadden moeten zwemmen,… voor hun gezichtjes, voor hun genot, voor hun lach, hadden we wel moeite willen doen en verder willen zwemmen! Het Volta Meer over of zo…


ADA FOAH

Maar dat nemen we terug. Want het meer is veel te breed. Misschien is de afstand aan de monding nog overbrugbaar. Daar waar we de zee en de Volta rivier samen zien komen. Maar de golven van de zee laten het hier niet toe. Dat hebben we ervaren, een weekje geleden in een klein houten bootje op deze plek. In Ada Foah kan je enkele kilometers wandelen naar de bron van de Volta rivier. Wij kozen de dag daarvoor al voor een gezellige strandwandeling, de andere richting uit….blauwe zee, vissersboten, verdwaalde geiten en verlaten panden waren al wat onze weg kruiste. Op zoek naar een eethuisje wandelden we vier kilometer langs het strand. We hadden deze inspanning een beetje onderschat. De combinatie van mulle zand, honger (want we dachten heel de weg dat we bijna bij het eethuisje waren) en de temperatuur maakten van ons woestijnvissers. Snakkend naar water, ploeterend, en met droge platte humor.

De volgende dag kozen we dus voor een bootje. We wilden wel de bron bereiken, maar dat hoefde niet persé al wandelend langst het strand. Gepakt met genoeg water en vishengels gingen we op pad. Onze gastheer had ons een reuze vis beloofd die we die avond zouden roosteren en opsmullen. De boottocht was zalig, de monding was prachtig, de kleine dorpjes die zich op eilandjes bevinden, die zich uitstrekken vlak na de monding waren onnoemelijk mooi. Voor we dit beeld zagen, zouden we ons nooit kunnen voorstellen dat mensen echt op zulke mooie plekken kunnen wonen. Op een idyllisch eilandje, tussen de palmbomen. Vissen hebben we gezien, aan de grote kringen die zich aan het wateroppervlak vormden, geproefd hebben we er geen één. We zullen te veel gelachen hebben. Te veel trillingen veroorzakend.

Ter compensatie van die gemiste reuzevis nam onze gastheer ons mee naar een rumfabriekje ergens op één van de mooie eilanden. We waren met zeven: onze gastheer - de ‘boatsman’ - drie ‘familieleden’ van de gastheer en wij. We genoten allemaal van een flinke teug witte rum, bijna pure alcohol geworden. Of het dan echt om familieleden gaat is hier moeilijk te bepalen. Wijzelf zijn ‘sisters’ van iedereen, sister Liz en sister Nina, iedereen is elkaars ‘brother’, soms maken we kennis met 3 fathers! Vragen naar feitelijke bloedbanden lijkt na drie weken overbodig. Iedereen is hier hoe men hen noemt. Sisters, brothers, fathers, mothers… het impliceert de leeftijdscategorie en het respect dat men voor iemand heeft.

We zitten nog steeds op het eiland en genieten van de rum. Een beetje licht aangeschoten wanen we ons op een paradijs als we de suikerrietvelden bezoeken en enkele kokosnoten van de talrijke palmbomen plukken. Het dorpshoofd (de chief) laat ons zien hoe de kleinschalige rumproductie juist in zijn werk gaat…het is heel kleinschalig, bijna primitief. Ze pletten het suikerriet (met een donker stalen werktuig van Duitse makelij) en laten het gisten in oude, grote ronde potten. Ze destilleren het door het door kleine plastic buisjes te laten stromen, deze hangen ze in een vat regenwater wat de vloeistof afkoelt. Ongelooflijk, maar het werkt. Je moet het enkel zelf proeven om het te geloven. Na het eten van enkele verse en gedroogde kokosnoten keren we huiswaarts. Terug naar ons buitenverblijfje bij Uncle Tom. Een zalig houten hutje aan de kant van het Volta meer. Van Uncle Tom (in feite noemt de man in kwestie John, maar we vinden Tom toepasselijker) leren we dat hij wel van een glaasje rum houdt en ons misschien daarom mee heeft genomen naar het eilandje? Het was blijkbaar zijn 51ste verjaardag!.

Laat in de avond eten we rijst in de plaats van vis en hebben we genoeg energie om kennis te maken met de Ghanese danscultuur. Vaarwel hammatan, welkom regenseizoen, zoals de meesten het hier doen, trokken we ons van de regen niets aan, hoe dieper de plassen, hoe hoger het water gutste, hoe fijner! En al dansend gaan we de nacht in. Slaapdronken verlaten we Ada Foah de volgende morgen, richting Keta.


KETA

Keta is een klein stadje ten midden van de Keta Lagoon en de zee. Deze lagoon zou je wel kunnen overzwemmen met een leerling op je rug. Maar ik betwijfel de kwaliteit van het water. Het gaat om stilstaand water, en daarmee een poel (zwemparadijs) voor bacteriën. We proberen het niet eens om in de lagoon te zwemmen, we kiezen voor de blauwe zee…de Atlantische oceaan. De eerste keer in het zeewater. Al snel vergezellen enkele tientallen kleine kinderen ons. Ze springen mee in het water, lopen af en aan op het ritme van de golven. Ze spreken geen woord Engels, maar gebaren, glimlachen, en een zachte stem lijken voldoende om hun vertrouwen te winnen en de sociale afstand kleiner te maken. We voetballen op het strand, en in de schaduw van de bomen, naast een vissersboot en tussen een vissersfamilie help Nina de kopjes van kleine visjes te ontdoen, terwijl Liz zalig ligt te soezen op het strand.

Het strand is in vergelijking met Ada Foah proper. Er is veel minder vuil, meer mensen waarvan de meeste vissers zijn (geen enkele andere Yovo). Ze trekken samen, met een half dorp aan sterke touwen om zo de vissersboten, die de vorige nacht uitgevaren waren, terug aan wal te krijgen. Aan de propere, witzanderige wal. We zijn er zeer gerust in, dit strand is onderhouden en zeer proper. Moest het niet dat we hier en daar mensen gehurkt zien zitten. Onze frank valt niet veel later, als we er eentje zien kakken.Wel mooi zo. Om het met Liz haar woorden te zeggen: wij sluiten ons op in een donker kot, waar niemand ons kan zien, en staren op een muur, maar de mensen hier in Keta, kunnen ontlasten met een prachtig uitzicht. Geen stress en even volledig ontladen en dat in de duinen met uitzicht op de Atlantische oceaan!

Voldaan gaan we terug naar ons hotel. We kozen voor de eerste keer een hotel, en hebben dan in één keer maar eentje gekozen met een zwembad. Nog geen €7 per persoon betaal je voor een gezellige kamer in het Keta Beach Hotel. Lekker eten en even ontspannen. Er staat een drukke week te wachten. Uitstapjes met de leerlingen. Wanneer we de volgende dag terug naar Kpando vertrekken, en we met onze rugzakken moeten sleuren, denken we aan de kinderen op school. Als we op de school aankomen, komen ze met bosjes naar ons toe gezwermd. Dan nemen ze al ons materiaal onder de arm. We vinden het soms lastig dat ze altijd alles willen dragen. Ze ontdoen je van een zware zak, en het is wel fijn dat je er zelf niet mee moet leuren, maar het zijn kinderen! Als je ze dan met je gerief ziet lopen, schaam je je een beetje. Hoewel dat helemaal niet hoeft. Deze kinderen doen het graag. Ze zijn fier dat ze je zak mogen dragen. Daarbovenop zijn ze gewend om veel zwaardere dingen te verslepen dan wij kunnen denken. Ze zijn allemaal beresterk. Een klein tenger meisje als Olivia komt in de voormiddag braaf naar school, met haar schoolboekjes en blauwe jurk. Dezelfde Olivia loopt in de namiddag met een schotel bananen die we zelf niet zouden kunnen dragen rond op haar hoofd. Ze wandelt ermee naar Kpando (4 km) om dan aan het trotro station haar banaantjes te verkopen. De volgende dag draagt ze even goed gemutst je zak. Anderen lopen ver om water te halen, of ze helpen bij de voorbereidingen van het eten. Al eens Banku gestampt? Ze doen alles voor je deze leerlingen. Als we op de school vertrekken, dan laden ze zelf onze tassen in. En we vertrouwen hen. Ze zouden nooit stellen. Hun geloof en goed hart laat het niet toe. Ze hebben te veel respect voor je.


SHRINE NOGOKPO

In sommige leefgemeenschappen is het absoluut verboden om te stelen. Het is zelfs gevaarlijk. De meeste mensen in Kpando en Fesi geloven dat je gestraft wordt door de goden als je wat fout doet, sommige goden helpen je ook! Er zijn goden of spirits voor diefstal, vruchtbaarheid, welvaart… deze geesten kunnen goed en slecht zijn. Bij sommige kan je je beklag doen en ze zullen je helpen de dader te vinden. In Nogokpo trekken ze deze gedachtegang tot in het extreme door. Stel je voor dat je in dat dorp woont. Je wordt bestolen en weet niet wie het gedaan heeft. Dat moet je dit gaan aangeven bij de leider van de shrine, die dit door communiceert naar de goden die op die plaats aanwezig zijn. De dag waarop iemand een diefstaf aangeeft, zal een krak ra kra geluid door het hele dorp te horen zijn. Dat is het moment voor de schuldige of een getuige om zich aan te bieden om de diefstal te bekennen. Doe je dit niet, dan zal bij de volgende storm, een bliksem je treffen en doden. Je wordt samen met al je bezittingen naar het magische bos gebracht. Je bezittingen blijven daar, jij wordt teruggehaald als je vel droog genoeg is. Je wordt gevild en je botten worden tentoongesteld voor al de mensen van het dorp om inwoners te behoeden voor stelen. Alsof dit niet genoeg is, wordt een naast familielid als slaaf (kporkpor) ten dienste gezet van de god in de tempel. Deze slaven houden de tempel proper. Als ze genoeg geld bijeenkrijgen van familie en vrienden, en als ze zo zelf een “ bevrijdingsseremonie” kunnen betalen, dan mogen ze vrij. Volgens de dochter van de priester gaat het dan ook helemaal niet om ‘slaven’. Niemand is verplicht te blijven, hoe sneller je veel geld hebt….achteraf leren we zowel van onze schooldirecteur Kofi als van Franklin dat het wel degelijk om een onmenselijke traditie gaat die door de Ghanese overheid wordt aangevochten.

Familieleden worden mee gestraft voor daden. Volgens een vriend ligt hierin de grondslag van het verchristelijken van de Ghanese maatschappij. Traditionele godsdiensten werkten allemaal met voodoo of goden. Vergiffenis bestond bij deze goden niet. Enkel straf en boetedoening. Veel mensen werden hierdoor onterecht getroffen. Bijkomstig werd dikwijls de familie gestraft omdat onschuldige mensen mee moesten boeten. Velen zien het geloof in 1 god als superieur omdat de God uit het Christendom vergeeft en geen onschuldigen straft. Mensen leven daarbovenop met een positief toekomstbeeld. Wie zich goed houdt in dit leven, is een mooie toekomst beschonken in de hemel. Wie zich misdraagt, gaat naar de hel.

Hoe de god in Nogokpo straft is ons nog niet helemaal duidelijk omdat wij de indruk hadden dat de priesters van het dorp niet helemaal koosher omspringen met het geld dat ze verzamelen. Het is echter niet aan ons om hun geloof in twijfel te trekken. Hen na te doen denken over wat ze geloven. Maar dat neemt niet weg dat het pijnlijk is om te zien dat, mensen van het dorp straatarm zijn, in tegenstelling tot de rijkdom van de priester en zijn drie vrouwen en dochter. Een super groot huis, opvallende nauwkeurige afwerking, vakmanschap, dure tegels, een superluxueuze toilet. Ten slotte kan het wel bij de mensen leven dat de rijke priestersfamilie bezittingen onterecht afneemt. Maar hoe ga je dat aan de goden overbrengen als het enkel de priester is die met de goden spreekt? We vragen ons af of de bezittingen van de beschuldigen wel naar het toverbos gebracht worden. Vragen over het toverbos werden graag beantwoord, maar een kijkje nemen in dit bos aan de rand van het dorp was onmogelijk. Een wandeling naar daar zat er niet in.

KLASUITSTAP 2: WLI WATERFALLS – TSATSABOLI FARM

Niet dat we gewoon uit waren op een wandelingetje in het bos. Dat hadden we al achter de rug. Met onze tweede groep leerlingen, groep B, trokken we in een overvol busje (32 leerlingen in een busje met plaats voor 15). Dat het er 32 zouden zijn wisten we niet. Acht leerlingen die de vorige dag ziek waren, meldden zich aan op de school, en ze wilden zo graag mee… en we namen ze mee, naar de Wli waterfalls. Een uurtje en half rijden met heerlijke Ghanese Hiplife uit Franklin’s boxen en een zalig briesje in onze haren. We zijn ongelooflijk stijf van de bergbeklimming de dag ervoor en om eerlijk te zijn, nog erg slaperig. Toch zetten we de kinderen aan, om met de weinige plaats die ze hebben mee te dansen op de zalige ritmes van Kwabena Kwabene en Daddy Lumba! Net zoals groep A, hebben de meeste kinderen hun eigen dorp nog nooit verlaten en zijn ze enorm nieuwsgierig als we door een iets groter dorp (Hohoe) rijden. Ze zingen, dansen (zittend) en giechelen met grappige taferelen onderweg. Fijn! Eenmaal aan de Wli Waterfalls aangekomen, zijn we niet te houden om het water te ontdekken. We wandelen gedurende een klein uurtje doorheen een prachtig bos. De talrijke boomsoorten (zoals de nem tree, de koffiebonen- en cacao-, boabab- en palmbomen) en kleurrijke vlinders geven een gelukzalig gevoel. Tot we plots worden opgeschrikt worden door een luide knal en meteen daarna een bijna oorverdovend schril gekwetter…vleermuizen…ze zijn met duizenden, vliegen ver boven onze hoofden in de zon. Een ongelooflijk beeld, één om nooit te vergeten. Angstaanjagend zelfs om zoveel van deze toch vreemde dieren zo talrijk en in fel daglicht boven je te zien vliegen. De zon kleurt hun huid oranje en als je even blijft stilstaan zie je zwarte lichaamsdelen, zijnde de armpjes waaraan hun vleugels bevestigd zijn. Hoe langer je ernaar blijft kijken hoe vreemder je deze dieren vindt. De kinderen zijn onder de indruk, maar bang zijn ze niet. Ze stoppen thuis vleermuizen in de soep!

Aangekomen bij de watervallen, komt een frisse mist ons tegemoet. Deze keer springen we niet meteen in het water, we zijn dan ook niet zo uitgeput en uitgedroogd als de dag ervoor! We eten eerst een viskoekje (gemaakt door de Tsatsaboli bakkerij diezelfde morgen) en genieten van het mooie zicht. Ook al wordt er getwijfeld over de ware grootte van de Wli Waterfalls, ongelooflijk zijn ze in ieder geval wel. En vlak naast het water dat langs de rotsen naar beneden dondert, zien we duizenden zwarte dingen. Vleermuizen…opnieuw ongelooflijk veel…dit is hun huis, dat is duidelijk!

Een van de opdrachten gedurende ons projectweken met deze leerlingen was een foto trekken (met wegwerptoestelletjes die we vanuit België meenamen) van iets dat ze mooi vonden aan zichzelf, anderen of omgeving. Omdat we werkten rond het thema schoonheid en graag wilden weten wat zij als ‘mooi’ beschouwen. Op beide uitstappen lieten we de kinderen vrij nog enkele foto’s te trekken. Wat daaruit zal komen, is een verrassing en weten we pas als we terug in België zijn. Wat we wel al weten is dat de meeste onder hen nog nooit een fototoestel had vastgehad en velen het dan ook omgekeerd vasthielden en telkens op de foute knopje drukten. Grappig! En dan…eindelijk…in het water! Deze keer was het diepe gedeelte afgesloten, en kon je met water tot aan je billen tot onder de waterval zelf wandelen. Vandaar dat iedereen in het water sprong en één groot watergevecht begon, waarbij niets of niemand werd gespaard en alles wat in een straal van 5meter rondom de bende stond, zat of lag NAT werd. Een grote waterrondspattende bende die zeker voor 45minuten hetzelfde tempo aanhielden en om beurten gingen enkelen onder de watervallen staan. Soms doken we met luid gegil vanonder de watervallen vandaan wanneer plotseling een grotere hoeveelheid water naar beneden kwam gevallen en met luide knallen op onze hoofden terechtkwam. Sommige kinderen kijken versteld wanneer we zwemmen…en willen graag leren zwemmen. Slechts een paar leerlingen kunnen goed zwemmen, anderen maken gewoon snelle bewegingen met armen en benen zodat ze niet kopje onder gaan.

Wanneer iedereen zowat aangekleed en opgedroogd is, blijven we toch nog even hangen en genieten nog even van het mooie uitzicht op deze indrukwekkende watervallen. De terugtocht door het bos verloopt al zingend en swingend en geregeld blijven we even staan bij een bepaalde boom, insect of vrucht. Ghana is een mooi land, met niet enkel een rijke cultuur maar ook een heel rijke natuur. De kinderen zijn enorm blij dat zij de Wli Waterfalls eindelijk hebben gezien. Maar daar stopt de tocht nog niet…

Onderweg hadden we een Tsatsaboli farm gespot. En omdat de vzw waarmee we samenwerken hier Tsatsaboli heet (Ghanees voor struisvogel), vonden we het eigenlijk zowat vanzelfsprekend om daar toch eens te stoppen. Het toeval wil dat deze boerderij is opgericht door een Belg. Ongelooflijke dieren die struisvogels… raar lichaam, grote pluimen en twee tenen! Super grote ogen ook, naar het schijnt verklaren die waarom struisvogels helemaal niet slim zijn. Volgens de opzichter hebben ze te weinig hersenen, omdat de plaats die voorzien is voor het brein, bij struisvogels wordt ingenomen door ogen. Als we er 7 Ghana Cedis voor over hadden, konden we met z’n allen een eierkoek van één struisvogelei eten, maar we verkozen het grote en speciale ei heel te laten. De kinderen kwamen heel wat te weten over de dieren, maar de man raadde hen niet aan een struisvogelboerderij te beginnen vanwege het hoge kostplaatje.

Iedereen heeft honger, en in Hohoe houden we halt voor een stevige boterham met boter en een gekookt eitje en trakteren we alle kinderen op een frisdrank. Wolken verzamelen zich, de lucht wordt donker en voor we het weten worden we verrast door een verfrissende regenvlaag. Iedereen in het busje, opgepast voor de toeslaande deuren en ‘on the road again’ naar Fesi, met een moe maar gelukzalig gevoel…

En het zal niet de laatste keer zijn dat we moe maar voldaan zijn. In de klassen steken we al onze energie in het herwerken van sneeuwwitje tot een Ghanese versie, we kunnen daarover verklappen dat ze FIAVI zal heten, en ze zo donker is als de nacht. We bezoeken 54 leerlingen en hun families om een familiefoto te nemen, we zien al de uithoeken van hun dorpen, worden na verloop van tijd vergezeld door halve dorpen, blijven lachen, maar voelen het wegen. We doen dit nu al voor de vierde dag op rij (dat zijn er nu zeven). Beroep van de vader? De moeder? Aantal broers en zussen… Allemaal verzamelen voor het huis… lachen…KLIK. ‘Familypicture’. We zullen de straten van Fesi niet snel vergeten. Met de kinderen, de families en vandaag, als mooie afsluiter voor dit verhaal, voelde we de grond van de straten in Fesi onder onze voeten bewegen. Het is palmzondag, zingend en dansend trokken we de straten van Fesi door. Dit maal niet enkel gelokt en uitgenodigd door de muziek, maar uitgenodigd door de gemeenschap van Fesi, en zonder gelokt te zijn, er gewoon midden in beland, gewoon terecht gekomen op het oranje pad, wuivend met palmbladen. Dansend op de rythmes van de drums. We kijken naar elkaar en weten dat het goed zit. We volgen ons pad gewoon verder……



  • 20 Maart 2008 - 12:58

    Dries:

    knappe verhalen,
    je geeft echt goed weer hoe het er is
    ik wou erbij zijn
    maar ik ga zelf ook nog eens terug, met jou.
    tot hoors
    x

  • 20 Maart 2008 - 13:26

    Bram W.:

    sprakeloos word ik ervan !!!

  • 21 Maart 2008 - 20:30

    Linda:

    Kippenvel. Tranen in de ogen ook. Dankjewxel, lieve mensen, jullie doen waar ik al zo lang van droom. Tsatsaboli is dankbaar. En uiteraard ook al de kinderen die dit niet gaan vergeten.

  • 29 Maart 2008 - 20:05

    Ev:

    hmmm wat een mooi Verhaal Voor Het Slapengaan!
    veel schoonheid, maar ook veel geschuur tegen de niet altijd zo schone realiteit zo te horen... In elk geval hebben de klasuitstapjes de kinderogen al wat groter gemaakt, en dat is het allerbelangrijkste. Gerade aus voortgaan zou ik zeggen,
    en de groetjes aan Fiavi!

    Twee maal kus,
    en een PS'je voor Nien: you've got mail :>

    Tot tot tot...!

  • 03 April 2008 - 08:16

    Wouter Verstraete:

    Dag Nina,
    ik heb je verhalen gelezen,amai dat zou ik ook wel willen onder een waterval zwemmen.We hebben de brief ontvangen,en bedankt voor het boekje.Jullie hebben meer geluk dan wij,jullie zon wij regen.

    groetjes van
    xxxxxxxxxxxx
    wouter en lili

  • 03 April 2008 - 08:23

    Wouter Verstraete:

    en ook de groetjes van papa koen

  • 06 April 2008 - 09:48

    Iris:

    Waauw! en sebiet ben ik daar ook :-)!

    Jipie...

    Liz, hoop je nog te zien op de luchthaven... Nina, tot morgen :-).
    xxx

  • 16 April 2008 - 01:32

    Poeha!!:

    says: woooohaaaa, ajaje!!!!

    knuffels

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Nina & Liz

Ghookja is een intercultureel project rond sprookjes in Ghana. Wij snuiven de sprookjes op die in Ghana leven. We werken met kinderen rond een Westers sprookje en komen terug met een rugzak vol vertellingen en verhalen. In Ghana zelf hopen we bij te dragen aan de vorming van een positief zelfbeeld bij jonge kinderen door met hen een filmpje te maken, waarin ze de hoofdrol spelen!

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 2481
Totaal aantal bezoekers 15008

Voorgaande reizen:

07 Februari 2008 - 07 Juni 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: